Skip to main content

Over het Bananenpakhuis

Oorspronkelijk bevonden zich hier 3 huizen. De percelen en bebouwing zijn waarschijnlijk vanaf het midden van de 16e eeuw.
Rond 1600 worden vanaf de straat gezien de twee linker huizen samengevoegd en spreekt men van het pand Engelandt; het kleine rechterpandje heet dan Het Vergulde Scheepje.
In 1881 geeft de eigenaar van beide panden, Cornelis Jonker, onder andere directeur van de glucose- en suikerfabriek, opdracht voor de bouw van een geheel nieuw pand, bedoeld als zijn woonhuis.

Het gebouw is een toonbeeld van de eclectische stijl. Ook in de materiaalkeuze is dit pand kenmerkend voor de 19e eeuw: in de gevel zijn machinaal vervaardigde bakstenen en imitatie natuursteenblokken op de hoeken te zien. De gevel is maar liefst vijf vensters breed. Een dergelijk breed pand is opvallend in Gouda, waar de meeste huizen niet breder zijn dan twee of drie vensters. De gevel heeft een symmetrische opbouw. Het heeft een zogenaamd middenrisaliet. Een risaliet is een naar voren springend geveldeel. Dit middenrisaliet wordt beëindigd door een fantasiekroonlijst met bladmotieven.

In 1928 wordt het pand verbouwd tot bananenpakhuis.
Opdrachtgever van die aanpassing is W. Slont namens de West-Indische Bananenhandel. Vanaf 1929 brengt dit bedrijf bananen op de markt onder de naam Fyffes bananen.

Nadat het pand in 1928 was verbouwd tot bananenpakhuis zijn aan de versieringen links en rechts van het boogvenster trosjes bananen toegevoegd.

Drijvende kelder

De kelder dateert uit de 17e eeuw. Bij de verbouwing in 1928 is het puin van de verbouwing in de kelder gestort.

De huidige bewoner heeft in 2010 de kelder uitgegraven. Daarbij bleek dat de kelder oorspronkelijk een drijvende kelder is geweest. Zie ook: “Gedragen door water. Drijvende kelders in Amsterdam en omstreken”.